Schrijven met AI of niet? (Rara, hoe lang doe je over een blog?)
Als tekstschrijver in het ai-tijdperk heb je drie opties:
a. Je specialiseert je in schrijven met ai.
b. Je haalt alles uit je ambachtelijke pen.
c. Je gaat wat anders doen.
Ik ben team b. Maar als schrijftrainer wil ik toch in elk geval de mogelijkheden en beperkingen kennen van schrijven met ai. Dus doe ik een ai-training.
Voeren die hap
Ik ontdek wat je, behalve de input, aan ai moet voeren om het te laten doen wat je wil:
- je kijk op de zaak
- wat voor soort tekst je wil
- hoe lang dat moet zijn
- wie het gaat lezen
- wat die lezer al weet over het onderwerp
- wat de lezer eraan heeft
- eventueel een call-to-action
Tot zover niks nieuws, want dat zijn allemaal dingen waar je als schrijver toch al over na moet denken. Alleen nu gebruik je je schrijfskills om dat heel precies te formuleren.
Maar dan komt het lastige deel.
Je moet zorgen dat jouw schrijfstijl doorkomt. Zo goed en zo kwaad als het gaat, leg je uit wat je schrijfstijl dan is. Je laat het ai ook zelf analyseren en in een tabel gieten. Dat scherp je aan en je schrapt waarin je jezelf niet herkent. En dan ga je testen, je instructies verbeteren en zo voorts.
Kortom, je prompt je een ongeluk.
Daarin kun je je specialiseren.
Dan word je prompt engineer.
Wie het echt goed wil aanpakken, bouwt een eigen ai-model
Dan heb je een machine die alles voor je doet wat jij maar wil. Behalve de was. Maar dat geeft niet, want daar heb jij dan meer tijd voor.
Wat ik ermee zou willen kunnen?
Ik zou het leven kunnen schenken aan een ai-model dat mijn rol als schrijftrainer aanneemt. Dan hoef ik zelf geen feedback meer te geven op de opdrachten en teksten die mijn cursisten maken in Verse Inkt. Ik wil natuurlijk dat zo’n model dat op precies dezelfde manier doet als ik. Met mijn kennis, ervaringen, wereldbeeld, inlevingsvermogen en observatievermogen. Dus ik zou mezelf moeten klonen. Dat is zeker 9 maanden werk. Maar het enige wat ik dán nog hoef te doen, is mezelf en mijn kloon eens per week syncen. Ik verkoop mijn bouwsel en ik word rijk.
D’doei, ik lig voortaan op een luchtbed op de Bahama’s.
Daar kan ik vredig sterven.
Ondertussen blijft mijn kloon mijn blogs schrijven, zodat mensen denken ik nog besta.
Maar waarom zou ik mezelf voortijdig overbodig maken?
Wat ik met ai zou willen, is tegelijkertijd wat ik er níet mee wil. Ik vind zelf schrijven, creëren en met mijn klanten sparren veel te leuk om dat aan ai over te dragen.
Trouwens, een ai-kloon van Bien, wie zit dáár nou weer op te wachten?
Oké, méér tijd klinkt niet slecht. Goed punt.
Wat zou ik daarmee doen?
Ik nam al eens proef op de som met een 6-weekse sabbatical.
De eerste 2 weken haalde ik verloren slaap in.
De 2 weken daarna waren walhalla.
De laatste 2 weken ontwikkelde ik de eerste opzet van een schrijftraining en schreef ik drie blogs.
De mens vindt steeds iets uit wat ons leven makkelijker maakt en ons meer tijd geeft. Het kleitablet, de ganzenveer, de typemachine, carbonpapier, WordPerfect, Copilot. Vul jij het rijtje aan?
Het maakt allemaal geen zier uit voor onze agenda.
Vroeg of laat vul je de gewonnen tijd toch weer op. Ik doe dat – zo wees de praktijk uit – met schrijven. No way, dat ik dat vervang door coderen.
Schrijven of coderen, wat is sneller?
Er gebeurt heel wat in mijn brein na de ai-training. Pas twee dagen later genereert dat de eerste output: de ruwe tekst van het blog dat je nu leest.
Schrijf- en schaaftijd: 3 uur
Herlezen en verbeteren: 3 uur
Afmaken, finetunen en correcties: 3,5 uur
Online zetten en plaatjes maken: 1,5 uur
Doorlooptijd van idee tot publicatie: 2 weken en 2 dagen. Want ik moest ook opdrachten van cursisten nakijken, een e-boek en webteksten voor een klant schrijven en een workshop geven.
In totaal heb ik in dit blog zo’n 9,5 uur schrijfwerk in zitten.
Niet elk blog kost me zoveel tijd, het kan ook in een halve dag. Maar voor sommige onderwerpen moet je nou eenmaal dieper graven. Lekker.
Mijn conclusie? Het schrijfproces gaat sneller in mijn hoofd dan via ai. Schrijven met ai is een omweg. Of erger eigenlijk, want ik kom niet waar ik wezen wil. Mijn aandacht verplaatst zich naar instrueren en dat gaat ten koste van denken over mijn onderwerp en formuleringen.
Denken, denken, denken. Je eerste ideeën zijn zelden meteen goed genoeg
Broedtijd is belangrijk.
Je eerste ideeën zijn zelden meteen accuraat of origineel, dus die moeten eerst uit je systeem. Las daarom pauzes in, zodat je afstand kan nemen van je tekst. Het denken gaat dan onbewust door. Zo’n pauze varieert van een paar minuten tot een paar dagen, afhankelijk van het je vraagstuk waarop je kauwt, zoals:
- Wat is mijn kernboodschap?
- Wat is mijn stelling?
- Wat is een goede insteek?
- Is dit het juiste woord?
- Waar vind ik een goed voorbeeld?
- Wat is een beter metafoor?
- Welke lezersvragen roept dit op?
- Hoe zit het met ritme?
- Hoe formuleer ik dit scherper?
- Wat is een krachtiger slot?
Nadenken. Broeden op je tekst. Daarin zit veruit de meeste tijd. Dat is ook meteen de charme van schrijven: zo leer je steeds beter formuleren waar je voor staat als professional.
Ja, ik maak dus reclame voor méér tijd. Niet voor de heb, maar om te geven
Ik daag je uit om nóg beter te worden in wat je al goed kan.
Goede argumenten. Helaas gebruikt bijna iedere tekstschrijver die ik ken inmiddels ai in een of andere vorm. We gaan het zien.
Ja, ik merk het ook. Ik vrees dat ik snel een dino word. Ik denk dat je afvlakt als je jezelf niet meer uitdaagt met de grote en kleine puzzels van schrijven.
Oef, die lezersvragen. Daar kan ik nog wat meer aandacht aan schenken 🙂 Hoe pak jij dat aan?
Het korte antwoord: schrijven met aandacht 😄. Het nog kortere antwoord: luisteren. Ik doe een 2-stoelengesprek als ik schrijf. Ik zit op mijn eigen stoel als schrijver en als ik herlees, zit ik op de stoel van de lezer. Ondertussen luister ik als schrijver mee, geef ik antwoord en hoor ik of hoe ik daar als lezer op reageer. Het lijkt veel op interviewen, Elmke.
PS Zou het interessant zijn als ik eens een webinar of workshop geef over het 2-stoelengesprek?
Wát een ge-wel-dig goed verhaal Sabine! Ik ben het compleet met je eens en op die manier gebruik je ai vóór je in plaats van dat ai ons overneemt (voor zover dat echt zou kunnen).
Ai kan werken voor repeterende taken, zoals een interview dat elke keer volgens hetzelfde format moet. Zelf vind ik dat type schrijfwerk toch al niet leuk, dus zo’n opdracht zou ik aan een collega doorspelen. (Hoe) gebruik jij ai op een manier die vóór je werkt, Roxane?