Als je wilt weten wat er in het stoffen tasje verborgen zit…
“Je moet tegenwoordig wel meer geduld hebben, hè,” zeg ik tegen het meisje achter de kassa, “nu iedereen alles in zijn eigen stoffen tasjes moet stoppen.” Ik had niet kunnen bedenken wat een verrassing ik mij mijzelf cadeau deed door deze opmerking te maken.
Ik vind de afschaffing van plastic tasjes goed. Daar kan ik je zo tig redenen voor geven. Maar om één reden vind ik het maar niks. Dat is – uiteraard – de mening van de zuivere egoïst in mij. Die voelt zich enorm opgelaten met een rij wachtende klanten achter haar. Zij denkt dat iedereen haast heeft. Wat in de grote stad misschien ook wel zo is.
Op zaterdag moet iedereen snel snel snel zijn boodschappen doen, want er moet nog een stapel zaterdagedities gelezen, naar opa & oma gegaan, langs de lijn van de sportveld bij de kinderen gejuicht (en door sommigen gevloekt) worden. Het ís ook veel, mensen. Ik snap het heus. Maar de stress nemen we overal mee naar toe en we bestoken elkaar mee, het is allemaal een beetje infectueus.
Oneconomisch gefrommel, maar…
Dat stoffen tasje wil maar niet open blijven staan. De plastic zak schudde je even omhoog om het een grote hap lucht te laten nemen, zodat zijn mond open blijft voor het literpak melk, de 10 bruine bollen en dubbele pak volkorenbiscuits. Even in de lucht zwiepen en dan hop zo alles erin. Maar een stoffen tasje is niet zo hongerig. Dat blijft uit zichzelf niet eens een béétje open staan.
Je moet één hand gebruiken om hem open te houden en met de andere hand dat literpak melk er in frommelen. Dat komt er dan natuurlijk scheef in te zitten, op z’n aller oneconomischst. Dan moeten het duo-pak biscuits en de voordeelzak bruine bolletjes er nog bij. Gaat niet passen.
Je krijgt er zoveel voor terug
Ik adem in op zoek naar de rust in mezelf. Dat rustpunt dat zich niet van de wijs laat brengen door zuchtende klanten achter me. Die er trouwens niet echt zijn, maar ik ben er wel bang voor. Ik laat me graag opjagen door een niet bestaand probleem. Ook ben ik bang dat het meisje achter de kassa zou willen dat het alsjeblieft wat sneller ging. Haar taak is om al die zuchtende klanten weg te werken.
Hoe langer ik erover doe, hoe harder die mensen gaan zuchten en hoe langer de rij wordt. Stel je maar eens voor wat dát betekent voor het grote geheel. Ik zorg met mijn geklungel voor een cumulatief probleem voor een heleboel mensen die ik eigenlijk niets dan goeds toewens. Omdat mijn tas niet meewerkt, begint chagrijnigheid zijn klauwen uit te slaan, zijn tentakels met weerhaakjes komen uit de diepte omhoog om zijn gif te spuiten. Dat wordt zuur.
Ik moet iets doen om escalatie te voorkomen.
Snel prevel ik iets over ‘meer geduld, hè’. Daarbij hengel ik een glimlach omhoog die zich achter het monster van chagrijn rechts achterin mijn kleine teen bevond.
Tussenmomentjes
De reactie van het meisje achter de kassa is een uiterst onverwacht genoegen. Dat mij een compleet nieuw perspectief geeft. Misschien zelfs een nieuwe levensinstelling.
“Oh, dat maakt niets uit, hoor. Rustig aan.” Ze zakt ietsjes onderuit, haar blik wat starend. En opeens begrijp ik hoever de impact reikt van het afgeschafte plastic tasje.
Dit meisje heeft natuurlijk ontelbaar veel klanten gerust moeten stellen sinds het stoffen tasje werd gepromoot. Dat moet niet meevallen en ik bewonder de oprechtheid die in haar stem doorklinkt als zij deze woorden voor de zoveelste keer uitspreekt. Maar zij zit er niet mee. Dat voel ik. Sterker nog, ze klinkt… dankbaar.
Ze krijgt er zo veel voor terug. Iets dat in de grote, drukke stad van onschatbare waarde is.
Tijd.
Als kassamedewerker hoef je de boodschappen van de klant niet meer in te pakken. Dat doet die klant nu zelf. Ja, tenzij die er speciaal een stoffen tasje bij koopt. Dan help je even, klantgericht als je bent. Maar meestal kun jij daar aan je kassa, terwijl die klant (al dan niet verontschuldigend of mopperend) aan het inladen is, een beetje op adem komen of wegdromen. Het was gisteravond nogal laat geworden, zie je. Tussenmomentjes als deze zorgen ervoor dat je de volle werkdag aankan.
Veel mensen zijn vergeten hoe je geniet van tussenmomentjes. Als kassamedewerker kun je dankzij het stoffen tasje de kunst ervaren van het ontspannen in tussenmomentjes.
Veel leuker dan een kassakoopje
Als klant worstel ik ondertussen nog met mijn tasje. Maar ik kom bij haar antwoord even tot stilstand. Ook ik kan van dit moment een rustmoment maken. De handeling van het inpakken kan ondertussen doorgaan.
De op handen zijnde escalatie is afgewend. De rij zuchtende klanten, denkbeeldig of niet, staat er op slag ook heel anders bij. Natuurlijk! Als ik net als de kassamedewerkster kan zijn, dan kunnen zij het ook.
Zo stralen we daar met z’n allen op deze 5 mei rust & vrede uit.
De kalmte blijft in mij door kabbelen. Terwijl ik terugloop naar mijn fiets, wordt mij duidelijk dat ik er bij de kassa iets bij kreeg waar geen spaarsysteem of kassakoopje tegen op kan.
Wauw, geweldig, je manier van schrijven en de boodschap die uit jouw blog spat (of niet in het stoffen tasje paste?)
Wat een (s)toffe reactie van jou, Louise, dank je 🙂