Miscommunicatie in Montmartre

Het had een romantisch vastgelegd moment moeten worden. Het perfecte plekje, daar op de hoek van de Place du Tertre.

Met een stukje van de Sacré-Coeur, de schilders met hun werken, wat groen. Daar kwam nog bij dat we het troffen met het weer, we cultureel goed bezig waren en we ons nogal sportief voelden na het bestijgen van de 222 tredes.

“Oe must be Dutch!”

Maar oeh lala, een passant. Vlak voordat ik het kiekje van Mr. Bien wilde schieten. Ik liet monsieur voor en gebaarde het welbekende ‘na u’ door met mijn arm een subtiele zwaaibeweging te maken. Voor de beweging zelf gebruikte ik zo weinig mogelijk tijd en ruimte.

Je moet weten dat ik er decennia over heb gedaan om te accepteren dat mijn lichaam ruimte inneemt op deze aardkloot. Het blijft een zwakke plek. Vooral op fotomomenten wanneer daar nog eens de ruimte bijkomt tussen camera en geposeerde.

Plus de tijd die het kost om de foto te maken.

Dat iemand mijn goedbedoelde gebaar verkeerd zou kunnen opvatten, daar had ik niet bij stilgestaan.

Monsieur reageerde verbolgen (dat woord wilde ik altijd al een keertje gebruiken). Hij imiteerde mijn vriendelijke gebaar, alleen zag het er nu uit als een grove hakbeweging en hij spuugde de woorden: ‘Oe must be Dutch!’ Gevolgd door allerlei verwensingen waaruit ik interpreteerde dat Nederlanders altijd haast hebben en onbeleefd zijn. ’Oe must be a foecking… foecking…!’ En toen wist ie het even niet meer, maar ’t was duidelijk dat hij dát woord altijd al een keer had willen gebruiken.

Zijn tirade drukte tegen mijn romantische fotomoment aan als iemand achter je in de rij bij de kassa die het begrip ‘persoonlijke ruimte’ niet kent.

Dat deze persoon die mij niet kende dacht te weten hoe ik in elkaar steek! Dat ik een onbeleefde, ongeduldige vlerk ben. Terwijl… terwijl… En nota bene alleen maar omdat ik foecking Dutch ben. Zo kort door de bocht daar op de hoek.

Mijn zelfbeeld wankelde.

Voor ik het wist lag ik figuurlijk met mijn snufferd op de keitjes van het 18e arrondissement.

Minutenlang wist ik niet meer wie of wat ik was. Geen kaders. Geen houvast.

Mr. Bien vond het onzinnig.

Diep weggezakt in mijn razende contemplatie registreerde ik vaagjes dat hij daarboven iets zei in de trant van …toch niet door zoiets onbenulligs van de wijs brengen.

Als ik niet gauw de chaos in mijn binnenste wist te beteugelen, zou ik de 222 tredes pardoes naar beneden kukelen en waar was ik dán?

Maar enkele straten verderop krabbelde ik mentaal op.

Fransen pakken op romantisch vlak natuurlijk iets meer uit dan de nuchtere Nederlander. Het passeert-u-maar gebaar had monsieur zelf met grrrandeur en rrrrespect uitgevoerd. Beiden hechten we aan goede omgangsvormen, zij het op een andere manier.

Wie had wie nu eigenlijk verkeerd geïnterpreteerd?

Ik trok de zelfrechtvaardigende conclusie dat ik nog steeds gewoon Bien ben. En hervond mijzelf, misschien wel met meer overtuiging dan tevoren.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *