Beste schrijvende collega

Illustratie. Er staat: Beste schrijvende collega, ik juich het toe dat je v'. De punt van een kroontjespen eindigt daar, alsof die nog aan het schrijven is.

Ik juich het toe dat je van korte zinnen houdt.

En van losse zinnen. Van soms maar één woord. En van witregels. Maar je kan het ook overdrijven. Dan wordt je tekst staccato. Dat leest niet lekker. Daar word je moe van. Als dat teveel is. (Merk je het?)

Dus wat doe ik als ik je tekst redigeer?

Ik plak je zinnen op sommige plekken bewust weer aan elkaar. En ik stop ze in één alinea op plekken waar dat nodig is. Dan vallen de pauzes in je tekst op de juiste plek: daar waar je wilt dat je lezer even nadenkt. En dat is niet middenin een gedachtegang.

Dus ik wissel de lengte van je zinnen af.
Zo krijg je ritme in je tekst.

Veel leesplezier,
Sabine

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *